Waarom het meeliften op het succes van bekende merken verboden is
Het Hof maakt duidelijk wanneer sprake is van ‘ongerechtvaardigd voordeel’ waartegen kan worden opgetreden. En wel wanneer de aanhaker door zijn gebruik “…in het kielzog van het bekende merk probeert te varen om te profiteren van de aantrekkingskracht, de reputatie en het prestige van dat merk, en om zonder financiële vergoeding profijt te halen uit de commerciële inspanning die de houder van het merk heeft geleverd om het imago van dit merk te creëren en te onderhouden.”
Een mond vol. Kort gezegd: (1) aanhaken (2) om te profiteren, (3) zonder een vergoeding te betalen. Dan mag het dus niet.
L’Oréal/Bellure ging over vergelijkingslijsten, waarop bekende parfums zoals Trésor, Miracle, Anaís Anaís en Noa Noa. stonden. Allemaal uit de stal van het L’Oréal-concern. Op de lijsten werden daarnaast namaakparfums genoemd met min of meer dezelfde geur en een vergelijkbare naam. L’Oréal wilde die vergelijking verbieden en beriep zich op haar merkrechten.
Bellure betoogde dat het allemaal klopt wat zij zei: het is duidelijk namaak, en het ruikt bijna net zoals de echte en de naam stemt niet echt overeen. Niemand die zich vergist. Niets mis mee, of wel? Wel dus. Bellure profiteerde van de goede naam van de echte parfums. Door daarbij aan te haken, verkocht Bellure meer flesjes. Geen koper dacht erover om de echte te gaan kopen, en mogelijk verkocht L’Oréal er geen fles minder om. Maar Bellure maakte extra winst door te profiteren van de extra marketingpower van L’Oréal.
Dat mag dus niet, het arrest is duidelijk. Bekende merkhouders mogen in hun handen klappen. Zij zullen dit zeker aangrijpen om veel eerder tegen look-alike merken te gaan optreden.