In 2010 was de het bedrijfsresultaat van kledingwinkels in Nederland nog 540 miljoen euro. In 2014 is dit gedaald tot 93 miljoen euro, een verschil van 447 miljoen euro. Dit is het gevolg van dalende omzetten in de modedetailhandel, terwijl de kosten minder hard mee dalen. Dat heeft z’n  weerslag op het bedrijfsresultaat. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.

De totale omzet van kledingwinkels bedroeg in 2010 nog een ruime 9,7 miljard euro. Vier jaar later is dat gedaald tot een krappe 9,1 miljard euro. Het verschil tussen 2010 en 2014 is 672 miljoen euro.

Stijgende kostenposten

Aan de kostenkant is er tussen 2010 en 2014 wel sprake van een daling, maar die is minder groot. De totale kosten voor kledingwinkels bedroegen in 2010 zo’n 5,3 miljard euro en in 2014 was dat 4,9 miljard euro, een verschil van 329 miljoen euro. Ten opzichte van 2013 is er zelfs een stijging van de kosten.

De kosten voor personeel bleven nagenoeg gelijk: zowel in 2010 als in 2014 werd daar 1,6 miljard euro aan uitgegeven door retailers. Er werd weliswaar minder brutoloon uitgekeerd, maar daar staat tegenover dat de kosten voor sociale verzekeringspremies voor de werkgever in vier jaar tijd met 10 procent stegen, van 269 miljoen euro in 2010 tot 286 miljoen euro in 2014.

In vergelijking met 2013 daalden de kosten voor het personeel wel . Dat komt vooral doordat er minder loon werd uitgekeerd. De afdracht van premies bleef desondanks gelijk met 2013.

Een andere kostenpost die is gestegen zijn de kosten voor huisvesting. Dat kostte de kledingretailer in 2010 nog 1,04 miljard euro, in 2014 is dit bedrag gestegen tot 1,08 miljard euro. Dat is wel weer lager dan in 2013, toen werd er 1,11 miljard euro aan huisvesting uitgeven.

Zuiniger met energie

Wel is de retailer in de mode zuiniger met energie. Ging 2010 nog 113 miljoen euro op aan de energierekening, in 2014 daalde dit tot 93 miljoen euro.

Bekijk hier alle financiële gegevens voor de kledingbranche van het CBS over de periode 2010 tot en met 2014.